PASTORIE SERVATIUSPAROCHIE

(1836 - heden)

TERUG NAAR OVERZICHT

Locatie: Vicaris van Alphenstraat 16-18

In de Vicaris van Alphenstraat staat de pastorie van de centrumparochie met kosterswoning, gebouwd in 1836 op verzoek van de stichter van de Zusters van Liefde van Schijndel, pastoor Antonius van Erp. Voorheen bewoonde hij de mooie pastorie naast de 18e-eeuwse schuurkerk aan de Laagstraat, later Pastoor van Erpstraat. Die oude pastorie heeft hij geschonken aan de zusters. Naast de voordeur van de huidige pastorie bevindt zich een gevelsteen die het bouwjaar 1836 aangeeft. De later geplaatste leilinden geven het gebouw een bijzonder cachet. Achter in de pastorietuin staat nog een monumentale beuk, die vermoedelijk bij de aanleg van de tuin is aangekocht en nu dus ruim 175 jaren oud is. De glas-in-lood-voorstelling boven de voordeur stelt Christus voor als de Goede Herder. De deur is uitgevoerd in neo-renaissancestijl.

Aanleiding tot de bouw

Als in 1831 pastoor Antonius van Erp zijn voorganger Antonius van Alphen opvolgt, zit de uit Osch afkomstige priester nog vol ideeën. Geïnspireerd door de grote armoede in het dorp, dat er voor meisjes nauwelijks gelegenheid was om onderwijs te volgen en door het gebrek aan deugdelijke ziekenzorg en zorg voor ouden van dagen, overweegt hij sterk om, in navolging van de bekende Johannes Zwijsen te Tilburg, in Schijndel een congregatie te stichten van vrouwelijke religieuzen. In het jaar 1836 is het zover. Hij bewoonde toen zelf nog de pastorie die naast de toenmalige schuurkerk stond aan de huidige Pastoor van Erpstraat, toen nog Laagstraat genoemd. Een prachtig woonhuis met een dubbele verdieping. In 1811 was de Servatiuskerk, die sinds 1648 in bezit was van de gereformeerden of protestanten, teruggegeven aan de katholieken. Pastoor Van Erp overwoog om pal tegen de kerk een nieuwe pastorie te laten bouwen en het huis waarin hij woonde werd bestemd als klooster voor de te stichten congregatie van de Zusters van Liefde van Onze Lieve Vrouw van Goede Bijstand en wel op 1 november 1836. De tegenwoordige pastorie van de Servatiusparochie, tegenover de majestueuze Servatiuskerk, dateert dus van 1836, zoals de gevelsteen naast de voordeur ook aangeeft. Met de pastorie is in de Vicaris van Alphenstraat ook een kosterswoning gerealiseerd en later ook nog een huis voor de organist van de kerk, gebouwd in 1898.

De bouwstijl kort en bondig

In het bekende MIP-rapport [Monumenten Inventarisatie Project] wordt in telegramstijl de bouwstijl van deze pastorie beschreven en spreekt men van neoclassicistische elementen, handvorm bakstenen, hardstenen neuten en dorpels. Ook memoreert de auteur van dit rapport aan de mooie houten deuromlijsting, de houten gootlijst op klossen en de rechte steenankers. Opvallend noemt men ook de acht- of zesruits schuiframen. Wat verder opvalt is de glas-in-lood-voorstelling boven de in neo-renaissancestijl uitgevoerde voordeur met Christus als de Goede Herder.  

Enige schaarse historische gebeurtenissen

Het in 1982 door archivaris Ad Prinsen goed geordende parochie-archief, dat inmiddels tot aan het jaar 1990 is overgedragen aan het Brabants Historisch Informatie Centrum, geeft ons informatie over het boeiende verleden van de Servatiusparochie, die sinds 1331, na afscheiding van Dinther als moederkerk, als zelfstandige parochie de geschiedenis is ingegaan. Zeer fraaie archiefdocumenten voeren ons terug in de tijd. Opvallend is overigens dat er ten aanzien van de huidige pastorie maar weinig informatie in staat. Zo lezen we over een brief van pastoor Norbertus Baekers uit 1911 over het vervangen van de petroleumverlichting in de kerk door acyteleen en aanbrenging van acyteleenverlichting in de pastorie en over het herstel van het dak van de pastorie.

Een brief van 11 mei 1918 maakt duidelijk dat wordt nagedacht over aanschaf van elektrisch licht zowel in de pastorie als de kerk. De pastoor schrijft letterlijk het volgende: “Monseigneur – Daar het carbol te duur en de bronolie bijna niet meer te krijgen is, wenschten wij de Keuken en huiskamer der Pastorie electrisch te verlichten, door eene aansluiting te maken met het electrische geleiding aan de Kerk. De kosten van aansluiting en aanleg zijn geraamd op bijna F 500,=. Bij deze vraagt het kerkbestuur van Schijndel aan U Hw machtiging die F 500,=  uit de gewone inkomsten der Kerk tot voorschreven doel te mogen aanwenden. De aanleg zal soo gemaakt worden, dat hij niet alleen nu zonder gevaar bruikbaar is, maar ook later als de Electrische voorziening der Provincie Komt, de Kosten van aanleg pro resto verminderen zal. Hopende op eene gunstige beschikking van U D Hw noemen wij ons met den meesten eerbied van Uw Doorluchtigen Hoogwaardigen de gehoorzame dienaren – Namens het voornoemde Kerkbestuur N.Backus Past. Pres., ACM van Heertum Kerkmeester”.

De reactie van het bisdom luidt als volgt: “Volgens voorstel toegestaan, onder gehoudenheid tot behoorlijke verantwoording ‘sBosch 26 mei 1918 – De Bisschop van ‘sBosch J.Pompen Vic.Gen.”

Het schijnt dat men de pastorie tijdens herstelwerkzaamheden tijdelijk heeft verlaten, want een brief van het kerkbestuur aan de toenmalige bisschop Mutsaerts spreekt over het huren van het weeshuis van de Zusters van Liefde om dat voorlopig te kunnen gebruiken als pastorie. Uit de kronieken van het weeshuis blijkt dat aan dit verzoek is voldaan, want op 14 november 1944 nemen de pastoor-deken en twee kapelaans samen met het huishoudelijk personeel hun intrek in dat deftige herenhuis aan de Hoofdstraat 71. De 25 weeskinderen verhuisden naar de kolonie te Eersel en later werden ze ondergebracht in het Antoniusklooster te Den Dungen. De parochiegeestelijkheid heeft het weeshuis bewoond tot 7 mei 1947. Direct na WO II is door de firma Schellekens begonnen met het herstel door oorlogsschade en is tevens een uitbreiding gerealiseerd van de pastorie bij de Servatiuskerk.

In een uitgave over pastorietuinen in Nederland staat het volgende geschreven: “Door een breed vensterglas van de later aangebouwde serre aanschouwden we eerst de tuin van binnenuit. De achtergevel werd in 1944, bij het doortrekken der Geallieerden zo beschadigd door beschieting, dat deze na de oorlog geheel vernieuwd moest worden. Bij die verbouwing is deze serre er aan gezet. Voor de pastorie loopt een hekwerk en daarachter is de stoep. Vroeger was die stoep smaller en de voortuin breder. Maar moeders met kinderwagens pasten niet op de weinige tegelrijen en moesten over de straat gaan. Omdat dit in de tegenwoordige tijd gevaarlijk is, heeft de gemeente de stoep verbreed, zodat de tuin is versmald. Burgemeester Scholten heeft deze verkleining goedgemaakt door een rij leilinden langs de voorzijde der pastorie te laten planten”. Ze geven deze pastorie natuurlijk wel een apart cachet. Indrukwekkender is echter de achtertuin waar een fantastisch mooie rode beuk prijkt in zijn volle glorie. Mocht deze bij de bouw van de pastorie al geplaatst zijn, dan telt hij op dit moment 178 jaren! (1836 – 2014)

In 1963 is gecorrespondeerd over de oliestookinstallatie van de pastorie.

Bronvermelding:

MIP Rapport Schijndel uit 1990
Henk Beijers in: Het Schijndelse landschap [2003] pag. 199-201
Henk Beijers in: Alles heeft zijn tijd – jubileumboek t.g.v. het 175-jarig bestaan van de congregatie van de Zusters van Liefde [2011] pag. 285-286
Parochie-archief Servatiusparochie BHIC toegang 5199 inv.nrs. 174, 185, 187, 200, 201, 202, 203 en 296
Pastorietuinen in Nederland [1989] pag.136 en 137

 

Henk van den Brand, lid van de historische werkgroep van HKK Schijndel
Henk Beijers, lid van de historische werkgroep van HKK Schijndel

TERUG NAAR OVERZICHT